Deel 1: El Camino de Santiago de
Compostela
Onze eerste overnachting is na ruim 92 hete, maar wel fraaie kilometers op de
mooie camping municipal van Oléron. De volgende dag gaan we op weg voor de
eerste grote beklimming: Col de Somport op ruim 1600 m. Vanwege de hitte, het is
meer dan 30°C, besluiten we om 12 uur, en na 40 km fietsen in Etsaut te stoppen en pas
de volgende dag de eigenlijke beklimming te doen. Het
lijkt ons verstandiger de koelte van een terrasje en een hotelkamer (in die
volgorde) op te zoeken.
De volgende dag staan we vroeg
op, zodat we al om 8 uur op de fiets zitten en de klim grotendeels in de schaduw
en bij redelijke temperaturen kunnen doen. Dat bevalt zo goed, dat we besluiten
in deze vakantie vaker vroeg (voor ons doen althans) op te staan om de grootste
hitte voor te zijn.
De klim is goed te doen, voor het merendeel 5%, op het laatst oplopend tot
7%. We hebben daarna halverwege de middag, toen het alweer bloedheet was
(volgens een Spaanse krant 36 graden
in de schaduw!) na Jaca een typisch Spaanse camping opgezocht. Dat betekent: een
washok dat er uitziet als een balzaal, schoon en goed onderhouden, plavuizen op
de vloer, papier op de toiletten en thermostaatkranen in de douche.
Ook de volgende dag, zaterdag, is het nog steeds bloedheet en er is ook nog
eens een fikse (uiteraard tegen)wind bijgekomen, en dan nog een lange klim langs
een drukke weg aan het eind van de middag, kortom we vinden het even niet zo
leuk meer. Gelukkig lukt het Jos om telefonisch een kamer in een hostal
in
Monreal te reserveren.
Het hostal blijkt de drukbezochte dorpskroeg te zijn, maar Monreal is
een prachtig authentiek dorpje met een bruggetje uit de Romeinse tijd.
Romeins bruggetje in Monreal
De weg begint helaas steeds drukker te worden. Dat is een gevolg van het feit
dat deze route naar Santiago de Compostela een zogenaamd Europees Cultureel Erfgoed is. Daardoor krijgt Spanje veel
EU-geld voor het onderhoud van de route. Gels dat helaas vooral wordt besteed aan
verbreding en "verrechting" van de weg. En dat is niet leuk voor fietsers, want
het betekent meer auto’s, die harder kunnen rijden en vaker kunnen inhalen.
Dat betekent vaak fietsen op de vluchtstrook. En doordat er veel bochten zijn
weggehaald, zijn de klimmen ook nog steiler geworden. Niet echt leuk dus.
We komen gelukkig nog wel door prachtige onbedorven dorpjes, met
herinneringen aan de middeleeuwen, en met een fuente en een kroeg, waar
het werkende(?) deel van de bevolking koffie (met alcohol) nuttigt en waar
altijd de TV aan staat.
In de buurt van Logroño zien we opmerkelijk veel ooievaars, die vaak op
schoorstenen en kerktorens hun nesten hebben. Als we zondags op een terrasje bij
de camping zitten, zien we er tegen de avondschemering honderden overvliegen,
van hun voedselplaatsen op weg naar hun nesten.
|