Fietsvakantieverhalen van Valentijn van den Berg |
||
2022 - Fietsen en wandelen in en rond de Picos de Europa
Noorden en westen van de Picos - tekst
|
||
Naar de Picos
Noorden en westen van de Picos tekst
Ten zuiden van de Picos
Zuiden en oosten van de Picos
Naar/in Bilbao
|
Onze route gaat vandaag eerst richting Poncebos. Dit dorp ligt op de grens van de Picos en is 6 km verwijderd van ons startpunt (Arenas de Cabrales). Een prachtige stuk van 6 km. Wat een fantastische natuur hier. In Poncebos (op 200 meter hoogte) gaan we met de finicular naar Bulnes, dat op 650 meter hoogte ligt. Bulnes is het enige dorp in de Picos waar geen autos (kunnen) komen, hooguit wat quads en tractoren voor landbouwgebruik. Het is redelijk toeristisch met diverse barretjes. We wandelen naar een punt met uitzicht op Picu Uriellu, een gigantische puist van een berg. We gaan dezelfde weg terug en lopen na het dorp nog een stukje verder tot een ander uitzichtpunt. Na de afdaling met de finicular naar Poncebos gaan we nog een stuk in een kloof wandelen. Wat een fantastische natuur!! Ongelofelijk. We lunchen met ons eigen brood op een rotsblok met prachtige rotswanden om ons heen. Uiteindelijk lopen we terug naar de fietsen en genieten ook nog van de 6 km terug naar Arenas de Cabrales.
Het regent als we de volgende ochtend opstaan. We hebben geen haast, want we blijven in Arenas en gaan aan het eind van de ochtend naar de kaasgrot, waar de hier befaamde Queso de Cabrales wordt gemaakt. De entree is €5 pp. We krijgen een rondleiding van 20 minuten, volledig in het Spaans. Er wordt met buitenlanders geen rekening gehouden. We hebben dus veel van het verhaal gemist. Gelukkig krijgen we na de rondleiding nog een film van 20 minuten te zien met Engelse ondertiteling. We weten nu dat er in de grot kazen liggen te rijpen, die voor 95% uit koeienmelk en voor 5% uit een mengsel van geiten- en schapenmelk bestaan. Bij een constante temperatuur tussen 8 en 12 graden en een luchtvochtigheid van 90% komt er een proces op gang dat maakt dat er een blauwschimmelkaas ontstaater We krijgen ook nog ieder 4 toastjes met 2 verschillende kazen. Er hoort ook een glaasje cider bij, hét drankje van deze streek, dat vanaf een hoogte in het glas wordt gegoten.
's Middags maken we een wandeling van 1,5 uur vanuit het dorp. We zijn direct buiten op het platteland en moeten stevig klimmen en dat net na de lunch! We komen langs de winterweiden van het vee en hebben een mooi uitzicht op het dal van Arenas. Driekwart van de route is het droog, maar tijdens het laatste stuk begint het weer te regenen.
Voor de volgende dag staat er geen lange etappe op het programma. Het is 13 graden als we opstaan, dus we besluiten overschoenen en jassen aan te doen. Uiteindelijk stappen we om half 11 (!) op de fiets. Het is zwaar bewolkt en fris. We moeten echter al gauw klimmen (tot in Ortiguero steeds zo’n 4-6% naar 444 m), zodat we het al snel warm hebben. Na Ortiguero is het eenvoudig fietsen, want licht dalend, tot in Soto de Onís. Hier is het nogal toeristisch, maar niet onplezierig. Van Soto de Onís naar ons overnachtingsadres in Covadonga is het kilometers heel relaxt fietsen. Het hotel staat direct aan de weg, maar gelukkig ligt onze kamer aan de rustige achterkant. We lunchen op ons balkon en gaan dan de basiliek bezoeken die we al ver voor Covadonga zagen liggen, en ook vanaf ons balkon hebben we er zicht op. Een prachtig gebouw van buiten en van binnen heel sober. Verder is er ook nog een kapelletje in de rotswand. We gaan om 18 uur richting het centrum om een biertje te drinken en aansluitend te eten. Dat laatste valt niet mee. Alles is dicht of gaat dicht. Blijkbaar komen hier alleen dagjesmensen. We kunnen alleen nog bij het 4-sterren hotel El Payelo terecht vanaf 20:30 uur. De kaart ziet er niet verkeerd uit en zeker niet duur, dus gaan we het daar maar proberen. We hebben uitstekend gegeten! We besluiten om de volgende dag met de bus naar boven te gaan om de meren te bezoeken. We gaan niet fietsen omdat de weg erg smal en steil is en, hoewel het verboden is voor auto's, rijden er wel veel bussen.
We zijn blij dat we ons oorspronkelijke plan om naar boven te fietsen hebben laten varen. Wat een vreselijke weg om te fietsen, smal, steil, veel scherpe bochten, bussen en auto’s (met een ontheffing) en ook nog eens koeien op de weg. De buschauffeurs hier zijn ware kunstenaars. Het weer is in eerste instantie redelijk en we zijn dus hoopvol gestemd. We hebben ons laten informeren door iemand van de toeristeninfo en hij raadde ons aan om de 3 km-wandeling te maken omdat het weer te onzeker is en de route daardoor niet goed te vinden zou zijn. We hebben het advies opgevolgd. Het was een leuke, maar erg gecultiveerde wandeling over een aangelegd pad. We gaan ook naar het bezoekerscentrum. Het is een prachtig informatiecentrum over het ontstaan van de Picos. Wel jammer dat er geen opgezette dieren stonden maar plastic namaakdieren. Maakt het wat onecht.
Vervolgens komen we in een gedeelte waar mijnbouw is gepleegd. Er is in het verleden veel mangaan gevonden. Een heel apart stuk met veel hoge steile rotsen waar een pad door heen looopt. Uiteindelijk komen we uit bij het Lago de la Ercina, een van de twee befaamde gletsjermeren. Een mooi meer met prachtige rotsen er omheen en grazende koeien. De wandeling vervolgen we richting Lago Ernol, het tweede gletsjermeer. En dan begint het helaas te regenen. We zijn nog bij het fameuze uitzichtpunt tussen de 2 meren geweest; bij goed weer schijn je hier een prachtig uitzicht te hebben op beide gletsjermeren. Helaas door de regenwolken is er geen uitzicht. Jammer. Uiteindelijk weer met de bus naar beneden. Onderweg heeft de chauffeur nog tijd om ons op een gier te wijzen. Ongelofelijk. Als we weer terug zijn bij het hotel, besluiten we tijdens de lunch dat we niet meer verder naar het westen gaan fietsen. Uit die richting is de komende tijd slecht weer op komst, terwijl het in het zuiden veel beter schijnt te zijn; dus we gaan naar het zuiden fietsen! We gaan morgen richting Oseja de Sajambre, en proberen daar ook weer te gaan wandelen.
De volgende dag fietsen we via Soto de Cangas, Cangas de Onís en Puente Vidosa naar Oseja de Sajambre, 45 km. Vooral Cangas de Onís is een leuk stadje met een prachtige Romaanse brug. Tussen Cangas de Onís en Puente Vidosa moeten we 2 keer schuilen voor een regenbui, en bij Puenta Vidosa vluchten we een restaurantje in en lunchen daar tijdens een zware regenbui. Het betere weer waar we zo op hoopten is nog nergens te bekennen. Bij Puente Vidosa begint een prachtige kloof, Desfiladero de los Beyos. Werkelijk een schitterende, overweldigende weg, rustige en...en dan gaat ook de zon eindelijk schijnen! Vlak voordat we Oseja de Sajambre binnenfietsen begint het echter weer te regenen... In Oseja de Sajambre hebben we voor 2 nachten een kamer gereserveerd bij een hostal. Dat blijkt een erg leuke accommodatie te zijn met een uiterst vriendelijk eigenaar.
Vandaag gaan we op de fiets naar Soto de Sajambre, 6 km fietsen, waarvan 4 km flink klimmen van 750 naar 920 meter, om vandaaruit een wandeling te maken. Tijdens de koffie in Soto de Sajambre komen we aan de praat met de eigenaar van het restaurent (altijd goed om wat Spaans te oefenen), en als wij vragen waar we het beste de fietsen kunnen parkeren, is er volgens hem maar 1 goede plek: bij hem in de garage! Zo gezegd, zo gedaan. We volgen de PR9 naar Vegabaño. Het eerste gedeelte gaat flink omhoog, eerst door het dorp en dan door het open veld. Super leuk. Maar dan komen we in het bos terecht en lopen we al die tijd in de schaduw, net nu de zon weer eens schijnt. We vinden het maar niks, toch lopen we door en ons doorzetten wordt beloond, want we komen uit op een grote alm met prachtige bergen om ons heen. Geweldig! We wandelen over de alm naar een refugio. Daar drinken we koffie en zitten een tijd in de zon te genieten van het prachtige uitzicht en de rust om ons heen. Uiteindelijk stappen we weer op en lunchen een stuk verderop bij een schuilhutje, ook weer in de zon. We nemen een andere terugweg, maar ook dit pad gaat al snel weer door het bos en is al even saai als de heenweg. Terug in Soto de Sojambre halen we onze fietsen uit de garage en rijden weer terug naar Oseja de Sajambre.
De volgen dag vertrekken we weer uit Oseja de Sajambre voor een korte etappe. Kort, niet omdat geen zin hebben in een langere, maar omdat we op de door ons verlangde afstand van 50 tot 75 km geen geschikte accommodatie kunnen vinden. Dan maar naar Riaño, een afstand van ca. 30 km. We moeten nog wel de Puerto del Ponton op 1280 meter over. Na de start is het gelijk klimmen geblazen om in 11 km een hoogteverschil van 500 meter te overwinnen. Nou ja, van klimmen wordt je warm. Het is overigens geen lastige klim (4 à 5%, met enkele uitschieters naar 6 en 7%), maar ook geen leuke omdat we niets zien door de laaghangende wolken. Op de top is het 9 graden en nog steeds mistig, maar zoals zo vaak in Spanje is er op de top niets te beleven, geen bar, geen informatie. We dalen geleidelijk af, en komen niet onder de 1100 m. Na een aantal kilometers verandert plotseling het landschap, verdwijnen de laaghangende wolken en komt zelfs de zon te voorschijn. Erg prettig. We komen langs het Embalse de Riaño te rijden. Heel bijzonder met de Picos de Europa op de achtergrond. Prachtige toppen! We rijden al voor 2 uur Riaño binnen en drinken hier onze eerste koffie van vandaag met toast met ham en kaas. Het hotel staat aan een plein bij de kerk met uitzicht op het meer, en de fietsen staan weer veilig in een garage. Riaño ligt op ongeveer 1100 meter, toch is het hier nu 18 graden!
|
|
bijgewerkt: 22-nov-2022